Menu Close

Lesson 15: Diverse Woorden en Grammatica: 들다, Koreaanse Homoniemen, Ziek Zijn, Anders/Soortgelijk/Hetzelfde

Woordenschat

De woordenschat van onze lessen wordt, voor het gemak, verdeeld in zelfstandig naamwoorden, werkwoorden, bijvoeglijk naamwoorden en bijwoorden.

Een PDF met alle woorden en extra informatie vind je hier (Engels).

Zelfstandig Naamwoorden:
= slaap
모자 = hoed
= lijn, draad, touw, wachtrij
감기 = verkoudheid
기침 = hoest
설사 = diarree
독감 = griep
재채기 = nies
동아리 = een club in school of universiteit
취미 = hobby
수학 = wiskunde
가족 = familie
실력 = vaardigheden
사촌 = neef/nicht
= leven
맥주 = bier
과거 = verleden
마음 = iemands hart/geest
그림 = foto, schilderij

Werkwoorden:
들다 = optillen, tillen, vasthouden
들다 = naar binnen gaan
가져오다 = een voorwerp brengen
가져가다 = een voorwerp brengen/meenemen (deze twee woorden worden in deze les besproken)
돌리다 = omdraaien, een machine bedienen, uitdelen
돌다 = jezelf omdraaien, iemand omdraaien
돌아보다 = terugkijken
돌아가다 = teruggaan
돌아오다 = terugkomen
돌려주다 = teruggeven
걸다 = hangen
주문하다 = bestellen
결혼하다 = trouwen
부르다 = iets/iemand roepen
고르다 = kiezen
넣다 = invoeren, ergens in doen
경험하다 = ervaren
설명하다 = uitleggen
자랑하다 = uitsloven, laten zien

Lijdende Werkwoorden:
걸리다 = gehangen worden
걸리다 = gevangen worden/vastgehouden worden
걸리다 = een ziekte/verkoudheid krijgen
걸리다 = een bepaalde tijd kosten

Bijvoeglijk Naamwoorden:
똑같다 = precies hetzelfde zijn
자랑스럽다 = trots zijn
또 다르다 = een andere (wordt uitgelegd in deze les)
시끄럽다 = luid zijn
흔하다 = gebruikelijk/gemeenschappelijk zijn
드물다 = zeldzaam zijn

Bijwoorden en Overige Woorden:
아마도 = misschien
= binnen, in

Als je Engels goed is, kun je deze woorden leren met onze Memrise tool.

 

 

Introductie

Deze les zal heel anders zijn dan alle vorige lessen. De meeste woorden die hier voorkomen heb je al geleerd of kunnen begrepen worden door de context van de zin. Bijvoorbeeld, als je weet hoe je dit moet zeggen:

저는 한국어를 배웠어요 = Ik leerde Koreaans

En vervolgens het woordje “공부하다” (studeren) leert, zou je makkelijk realiseren dat je ook kunt zeggen:

저는 한국어를 공부했어요 = Ik studeerde Koreaans

Helaas zijn er nog wel veel woorden die je niet meteen kunt begrijpen omdat die verschillende regels of patronen volgen. In deze les zal ik je wat over dat soort woorden leren. Daarnaast wil ik je een paar Koreaanse concepten leren over hoe je iets moet zeggen. Deze concepten zijn klein, maar belangrijk, daarom heb ik deze hele les daaraan opgedragen. Dus, laten we beginnen met deze “diverse” les:

 

 

Meer informatie over 좋다/싫다 naar 좋아하다/싫어하다

Ik heb je een paar keer verteld bij dat de meeste woorden die op 하다 eindigen, je de ~하다 kunt weghalen en het overgebleven de zelfstandig naamwoord versie van dat werkwoord wordt. Bijvoorbeeld:

말 = spraak/woorden/wat je net zei
말하다 = spreken

주문 = een bestelling
주문하다 = bestellen

결혼 = huwelijk
결혼하다 = trouwen

존경 = respect
존경하다 = respecteren

Dit kan niet gedaan worden met 좋아하다 en 싫어하다. Want:

좋아 is niet een zelfstandig naamwoord dat “leukheid” (of wat dan ook) betekent.
싫어 is niet een zelfstandig naamwoord dat “niet-leukheid” (of wat dan ook) betekent.

Maar let op: de woorden 좋아 en 싫어 kunnen voorkomen in zinnen, maar alleen als vervoegde vormen van 좋다/싫다 en niet als de zelfstandig naamwoord vorm van 좋아하다 en 싫어하다. In de vorige les heb je geleerd dat 좋다 en 싫다 bijvoeglijk naamwoorden zijn. Als bijvoeglijk naamwoorden, kunnen ze een opkomend zelfstandig naamwoord omschrijven OF een zin prediceren. Bijvoorbeeld:

저는 좋은 김치를 먹었어요 = Ik at goede kimchi
김치는 좋아요 = Kimchi is goed

Nog even een korte toevoeging. Je zou in een echte conversatie bijna nooit ‘김치는 좋아요’ zeggen. In de meeste gevallen zal je 김치 omschrijven als lekker, dus dan zal je 맛있다 gebruiken. De eerste zin zou je eigenlijk alleen maar gebruiken als je met iemand aan het praten bent over wat goed/slecht is (bijvoorbeeld voor je gezondheid), en dan kun je zeggen “… is slecht, maar kimchi is goed.”
Maar goed, deze zin is verder wel grammatisch correct en ik gebruik dit voorbeeld om je iets te leren.

좋아하다 wordt gevormd door ~아/어하다 aan de stam van 좋다 toe te voegen. Dit verandert 좋다 van een bijvoeglijk naamwoord (goed) naar een werkwoord (leuk vinden).

싫어하다 wordt gevormd door ~아/어하다 aan de stam van 싫다 toe te voegen. Dit verandert 싫다 van een bijvoeglijk naamwoord (niet goed) naar een werkwoord (niet leuk vinden).

Je kunt ~아어하다 ook achter andere bijvoeglijk naamwoorden plakken. 좋다 en 싫다 zijn in ieder geval de meest gebruikte (en belangrijkste) woorden die deze regel volgen, maar andere voorbeelden zijn:

부끄럽다 = verlegen (dit is een bijvoeglijk naamwoord)
부끄러워하다 = verlegen (dit is een werkwoord)

부럽다 = jaloers (dit is een bijvoeglijk naamwoord)
부러워하다 = jaloers (dit is een werkwoord)

Maar goed, je hoeft je momenteel niet teveel in deze woorden te verdiepen behalve dat je kunt onderscheiden welke het bijvoeglijk naamwoord is en welke het werkwoord. Ik zal je meer over dit concept leren, maar pas in Les 105. Laten we voor nu alleen focussen op 좋아하다 en 싫어하다.

Als een werkwoord, wordt 좋아하다 gebruikt om aan te geven dat iemand iets “leuk vindt”. Bijvoorbeeld:

김치는 좋아요 = Kimchi is goed
저는 김치를 좋아해요 = Ik vind kimchi lekker (Ik vind kimchi leuk)

Respectievelijk gebruik je werkwoord 싫어하다 om aan te geven dat iemand iets “niet leuk vindt”. Bijvoorbeeld:

김치는 싫어요 = Kimchi is slecht/niet goed
저는 김치를 싫어해요 = Ik vind kimchi niet lekker (Ik vind kimchi niet leuk)

Maar, “좋다” en “싫다” worden ook vaak gebruikt om dit soort zinnen te zeggen:

김치가 좋아요 = Ik vind kimchi lekker (Ik vind kimchi leuk), en
김치가 싫어요 = Ik vind kimchi niet lekker (Ik vind kimchi niet leuk)

Nog meer voorbeelden:

학교가 좋아요 = Ik vind school leuk
학교가 싫어요 = Ik vind school niet leuk

맥주가 좋아요 = Ik vind bier lekker (leuk)
맥주가 싫어요 = Ik vind bier niet lekker (niet leuk)

Hoe dit soort zinnen precies in elkaar zitten, zal ik in de volgende alinea uitleggen.

 

 

Onderwerp – Lijdend Voorwerp – Bijvoeglijk Naamwoord Vorm

Één van de basisregels in grammatica (niet alleen in Koreaanse grammatica) is dat een bijvoeglijk naamwoord nooit over een lijdend voorwerp kan gaan. Dit betekent dat je nooit een Koreaanse zin kunt hebben die wordt geprediceerd door een bijvoeglijk naamwoord en ook de lijdend voorwerp-partikelen ~를/을 bevat. Je kunt dus niet zeggen:

저는 김치를 좋다 = Ik kimchi goed
(Dit klopt in beide talen niet)

Maar, je kunt wel de onderstaande zinnen zeggen:

저는 김치를 먹었어요 = Ik at kimchi
Een lijdend voorwerp geprediceerd door een werkwoord

김치가 좋아요 = Kimchi is goed
Een onderwerp geprediceerd door een bijvoeglijk naamwoord

저는 좋은 김치를 먹었어요 = Ik at goede kimchi
Een lijdend voorwerp dat omschreven wordt door een bijvoeglijk naamwoord dat geprediceerd wordt door een werkwoord

Dat hebben we achter de rug. Echter, sommige Koreaanse mensen maken WEL zinnen die geprediceerd worden door bijvoeglijk naamwoorden en die ook een “lijdend voorwerp” bevatten. Onthoud goed, je kan niet (100% niet) een bijvoeglijk naamwoord hebben dat over een lijdend voorwerp gaat.

Dus, hoe zeggen Koreaanse mensen dit soort zinnen dan? Ik zal het je uitleggen; ze doen het door de partikelen ~이/가 achter het lijdend voorwerp te zetten in plaats van ~을/를. Dit maakt de grammatica correct omdat het bijvoeglijk naamwoord technisch gezien niet over het lijdend voorwerp gaat. Maar dit klinkt nogal verwarrend, laten we een voorbeeld erbij nemen:

김치는 좋아요 = Kimchi is goed
저는 김치를 좋아해요 = Ik vind kimchi lekker (leuk), wat ook geformuleerd kan worden als
저는 김치가 좋아요 = Ik vind kimchi lekker (leuk)

Wat ik probeer te zeggen, is dat in het Koreaans vaak een bijvoeglijk naamwoord of lijdend werkwoord is dat over een lijdend voorwerp gaat. Maar, deze bijvoeglijke naamwoorden/lijdende werkwoorden moeten (natuurlijk) altijd als een bijvoeglijk naamwoord en lijdend voorwerp behandeld worden.

Bijvoeglijk naamwoorden en lijdende werkwoorden kunnen niet over lijdende voorwerpen gaan, dus in plaats van ~를/을 in deze situaties te gebruiken, gebruik je ~이/가. Een ander woord waar dit vaak mee gedaan wordt is 그립다:

그립다 = dit wordt vertaald naar “missen”, maar wordt meestal gebruikt als je een niet-persoon mist (soms wordt het wel voor een persoon gebruikt, maar hier zullen we het in Les 17 over hebben).

Let op! 그립다 is en bijvoeglijk naamwoord in het Koreaans (omdat het een eerder gevoel omschrijft dan een actie). Dus als je “Ik mis Koreaans eten” wilt formuleren, kun je niet zeggen:

저는 한국 음식 그리워요.
In plaats daarvan moet je zeggen:
저는 한국 음식 그리워요 = Ik mis Koreaans eten

Hier zijn nog meer voorbeelden die elk geprediceerd worden door een bijvoeglijk naamwoord:

나는 네가 자랑스러워 = Ik ben trots op je
나는 그 사람이 싫어 = Ik vind die persoon niet leuk/Ik mag die persoon niet
저는 한국이 좋아요 = Ik vind Korea leuk

Dit phenomeen zag je ook in de vorige les terugkomen met lijdende werkwoorden. Onthoud goed dat je nooit, maar dan ook nooit een lijdend werkwoord kunt hebben dat over een lijdend voorwerp gaat. Ik zal de voorbeelden uit de vorige les er even bijhalen:

저는 그것이 기억나요! = Ik weet dat nog! (Ik onthoud dat!)
저는 땀이 나요! = Ik zweet!
저는 화가 났어요 = Ik was/Ik ben boos

 

 

Koreaans Woord: 들다

Het Koreaanse woordje 들다 is erg ingewikkeld, omdat het vele betekenissen heeft. Twee van de meest gebruikte manieren zijn:

들다 = iets vasthouden/iets tillen
들다 = ergens naar binnen gaan

De twee manieren hebben veelzijdige en overlappende manieren waarin 들다 gebruikt kan worden. Het moeilijke aan 들다 is, omdat het in zoveel situaties gebruikt kan worden, het vaak moeilijk is om een goede vertaling te verzinnen. Laat me een paar voorbeelden erbij nemen waar 들다 wordt gebruikt om te zeggen dat je “ergens naar binnen gaan”.

나는 동아리에 들었어 = Ik sluitte me aan bij een club (Ik ging een club “binnen”)
(나는) 잠이 들었다 = Ik viel in slaap (Ik ging slaap “binnen”)
저는 그 그림이 마음에 들어요 = Ik vind die foto leuk (Die foto gaat mijn hart binnen)
De betekenis van 마음 betekent in het algemeen iemands hart/geest

Nu zal ik een paar voorbeelden laten zien hoe 들다 gebruikt wordt als iemand iets “vasthoudt/tilt”.

저는 손을 들었어요 = Ik stak mijn hand op (Ik “tilde” mijn hand op)
저는 가방을 들었어요 = Ik tilde de/mijn tas

Ja ja, dit is allemaal heel leuk en aardig, maar wat is nou mijn punt?

Nou, ik heb drie punten om precies te zijn:

1) Ten eerste wilde ik introduceren hoe 들다 gebruikt kan worden. Als je deze twee veelzijdige betekenissen begrijpt (gepaard met de situaties die de voorbeelden omschrijven), kun je de meeste betekenissen van 들다 ook begrijpen in moeilijkere situaties.

2) Dit is erg cruciaal voor je Koreaanse ontwikkeling en hoe het vertaald naar het Nederlands. Je moet goed begrijpen dat Koreaans en Nederlands twee totaal verschillende talen zijn, en dat het soms moeilijk is om de juiste betekenis te omschrijven. In dit soort gevallen moet je goed kijken wat er bedoelt wordt met het woord en niet de letterlijke vertaling. Daarnaast moet je ook goed blijven letten op de context.

Stel bijvoorbeeld voor dat je de onderstaande woorden en hun betekenissen wist:

  • 저 = Ik/me
  • 마음 = hart/geest
  • 들다 = naar binnen gaan
  • 그림 = foto

En dan de onderstaande zin zou zien:

저는 그 그림이 마음에 들어요

Zou je de betekenis van deze zin begrijpen als ik je dat niet eerder had uitgelegd? Veel Koreaanse leerders zullen misschien zeggen: “Nou, het lijkt erop dat deze foto iemands hart/geest is binnengegaan… maar ik weet niet zeker wat dat betekent.”

Ik heb je dit al vaker verteld, maar ik moedig je echt aan om Koreaanse zinnen niet letterlijk te vertalen/begrijpen. In plaats daarvan wil ik dat je naar betekenis kijkt op wat het kan zijn gebaseerd op de gebruikte woorden. Bijvoorbeeld, als je het woordje 들다 ziet, moet je eerst realiseren dat het veel verschillende betekenissen heeft – en dat het niet altijd direct vertaald naar “naar binnen gaan” of “tillen”. Met een open mind kun je dingen van een andere kant bekijken.

3) Ik wilde je specifiek de betekenis van 들다 leren omdat het vaak wordt gebruikt in samengestelde woorden, waar we het in het vervolg van deze les over zullen hebben.

Koreaanse Samengestelde Werkwoorden

Je zal zien (of misschien ben je er nu al een paar tegengekomen) dat vele Koreaanse werkwoorden gemaakt worden door twee werkwoorden bij elkaar te voegen. Meestal wordt dit gedaan door van elk de stam te gebruiken en samen te linken met ~아/어. Wanneer dit gebeurt, vormen de betekenissen van elk woord één woord. Bijvoorbeeld:

들다 = naar binnen gaan
오다 = naar binnen komen
들다 + 오다 = 들 + 어 + 오다
= 들어오다 = naar binnen komen

남자는 방에 들어왔어요 = Een man kwam de kamer binnen

들다 = naar binnen gaan
가다 = gaan
들다 + 가다 = 들 + 어 + 가다
= 들어가다 = naar binnen gaan (in het Nederlands is dit dezelfde vertaling als 들다, maar in het Koreaans wordt bij dit samengestelde woord echt de nadruk gegeven op “gaan”)

아버지는 은행에 들어갔어요 = Mijn vader ging de bank binnen

나다 = dat iets opkomt/opklimt/gebeurt
가다 = gaan
나다 + 가다 = 나 + 아 + 가다
= 나가다 = ergens uitgaan

저는 집에서 나갔어요 = Ik ging het huis uit (Ik verliet mijn huis)

나다 = dat iets opkomt/opklimt/gebeurt
오다 = komen
나다 + 오다 = 나 + 아 + 오다
= 나오다 = ergens uitkomen

학생은 학교에서 나왔어요 = De student kwam uit de school

가지다 = bezitten/hebben
오다 = komen
가지다 + 오다 = 가지 + 어 + 오다
= 가져오다 = iets brengen

나는 나의 숙제를 가져왔어 = Ik bracht mijn huiswerk
그 학생은 숙제를 가져오지 않았어 = Die student heeft zijn huiswerk niet meegebracht

가지다 = bezitten/hebben
가다 = gaan
가지다 + 가다 = 가지 + 어 + 가다
= 가져가다 = iets nemen

저는 저의 모자를 가져갈 거예요 = Ik zal mijn hoed brengen/nemen

—-

가져오다 vertaalt vaak ook naar “brengen” en 가져가다 vaak naar “nemen”. Maar, de vertaling voor “brengen” kan voor beide 가져오다 en 가져가다 werken.

가지다 betekent “bezitten”, 오다” en “가다” betekenen “komen” en “gaan”. Of je nou 가져오다 of 가져가다 moet gebruiken hangt af van de wie degene is die actie onderneemt (het onderwerp) in de zin is. Of nog specifieker gezegd, of diegene komt of gaat naar de locatie.

Stel je voor dat je geld in je huis hebt en je zal zometeen naar het huis van je vriend gaan om het geld aan hem te geven. In dit geval “breng” of “neem je mee” het geld voor je vriend. Als je nu in je huis bent en met je vriend praat over wat je gaat doen, moet je “가져가다” gebruiken omdat jij gaat naar het huis van de vriend terwijl je het geld bezit (저는 돈을 가져갈 거예요). In dit voorbeeld kun je het beste 가져가다 gebruiken en krijg je de Nederlandse vertaling “Ik zal het geld meenemen”.

Stel je nu eens voor dat je met het geld bij het huis van je vriend bent aangekomen. Nu kun je het woord “가져오다” gebruiken omdat je bent gekomen bij het huis terwijl je in bezit bent van geld (저는 돈을 가져왔어요). In dit voorbeeld kun je het beste 가져오다 gebruiken en is de Nederlandse vertaling “Ik bracht het geld.”

Mensen die deze twee zinnen lezen kunnen denken misschien: “Oh, nou als iets in de toekomstige tijd gebeurt moet ik 가져가다 gebruiken en als iets in de verleden tijd voorkomt, moet ik 가져오다 gebruiken.”

Nee. Het heeft niks te maken met de tijd van de zin. Het hangt er compleet vanaf met het doel van verwijzing van het onderwerp van de zin.

Bijvoorbeeld, stel je voor dat je in je eigen huis met het geld bent. Als je vriend tegen je zegt: “breng het geld”, moet hij het woord “가져오다” gebruiken, omdat jij komt (niet gaat) naar hem. In deze verwijzing ben jij degene die “komt” en moet 가져오다 worden gebruikt.

—-

Je zal veel van dit soort woorden tegenkomen als je Koreaans aan het leren bent. Het is niet iets wat erg complex is, maar het is wel iets dat je moet doorhebben (dat het twee woorden in één woord zijn).

Een ander woord dat vaak in samengestelde woorden voorkomt is  “돌다”:

돌다 =  jezelf omdraaien, iemand omdraaien

Voorbeelden van samengestelde woorden:

돌다 + 보다 = 돌아보다 = omdraaien (en zien)
돌다 + 가다 = 돌아가다 = teruggaan
돌다 + 오다 = 돌아오다 = terugkomen
돌리다 + 주다 = 돌려주다 = teruggeven

저는 9월1일에 캐나다에 돌아갈 거예요 = Ik zal terug naar Canada gaan op 1 september
저는 친구에게 책을 돌려줬어요 = Ik gaf mijn vriend zijn boek terug

Dit is voldoende voor nu, maar je zal dit soort woorden blijven zien als je verder blijft leren.

 

Anders/Soortgelijk/Hetzelfde in het Koreaans (다르다/비슷하다/같다)

Hieronder staan drie woorden die je in voorgaande lessen hebt geleerd:

다르다 = anders zijn/verschillend zijn
비슷하다 = soortgelijk zijn/op elkaar lijken
같다 = hetzelfde zijn

Deze woorden in de praktijk gebruiken is helemaal niet zo makkelijk als het lijkt, daarom wilde ik je hierover informeren. Natuurlijk zijn er simpele zinnen waarin ze net als elk ander bijvoeglijk naamwoord gebruikt kunnen worden. Bijvoorbeeld:

그것은 비슷해요 = Dat is gelijksoortig/Dat lijkt op elkaar
우리는 매우 달라요 = Wij zijn erg verschillend/anders
우리는 같아요 = Wij zijn hetzelfde

De derde zin zou onnatuurlijk klinken in het Koreaans. Hoewel “같다” vertaalt naar “hetzelfde”, gebruik je in de meeste situaties (zeker in situaties waar niks wordt vergeleken, zoals hier) eerder het woordje “똑같다”, wat vertaalt naar “precies hetzelfde”.

Bijvoorbeeld:
우리는 똑같아요 = Wij zijn precies hetzelfde

Wanneer je dingen met elkaar vergelijkt in het Nederlands, gebruik je verschillende bijwoorden om deze woorden met elkaar te linken:

Ik lijk op mijn vriend
Dat gebouw is anders van gisteren
Canadezen zijn hetzelfde als Koreanen

In het Koreaans hoef je je hier gelukkig geen zorgen over te maken, het partikel ~와/과/랑/이랑/하고 wordt gebruikt om al deze betekenissen uit te drukken. Bijvoorbeeld:

저는 친구와 비슷해요 = Ik lijk op mijn vriend
그 건물은 어제와 달라요 = Dat gebouw is anders van gisteren
캐나다 사람들은 한국 사람들과 같아요 = Canadeese mensen zijn hetzelfde als Koreaanse mensen
이 학교는 우리 학교와 똑같아요 = Deze school is precies hetzelfde als onze school

In de bovenstaande zinnen wordt partikel ~와/과/랑/이랑/하고 gebruikt om te vergelijken dat iets anders, gelijksoortig of hetzelfde als iets anders. In theorie zou je de zinsvolgorde ook kunnen veranderen (naar dezelfde zinsstructuur die je hebt geleerd in Les 13) om aan te geven dat twee dingen (dit en dat) verschillend, soortgelijk of hetzelfde zijn. Bijvoorbeeld:

우리 학교와 이 학교는 똑같아요 = Onze school en deze school zijn precies hetzelfde

Dit zorgt niet voor een enorm verschil in betekenis. Het verandert vooral de bewoording van de zinnen en de functie van de partikelen.

In Lessen 35 and 36 zal ik nog een keer terugkomen op 같다. Vooral in Les 36, waar ik je zal leren hoe 같다 kan worden gebruikt om te zeggen dat “iets zoals iets is”. In deze les wil ik hier niet teveel op ingaan, omdat ik je enkel deze grammatica wilde introduceren en zodat je dit kan toepassen in wat ik je zometeen ga leren.

Kijk naar deze grammatica. De onderstaande zin is op dit punt waarschijnlijk een makkelijke zin voor jou:

나는 잘생긴 남자를 만났어 = Ik ontmoette een knappe man
Onderwerp – bijvoeglijk naamwoord (die een zelfstandig naamwoord omschrijft) – lijdend voorwerp – werkwoord

Wat dacht je van deze zinnen?
나는 비슷한 남자를 만났어 = Ik ontmoette een gelijksoortige man, of
나는 같은 남자를 만났어 = Ik ontmoette dezelfde man

Deze zinnen hebben dezelfde structuur als de eerste zin:
Onderwerp – bijvoeglijk naamwoord (die een zelfstandig naamwoord omschrijft) – lijdend voorwerp – werkwoord

Deze zouden nog eenvoudig voor je moeten zijn. Maar wat als ik wilde zeggen: “Ik ontmoette een man die lijkt op jouw vriendje.” Dit lijkt ingewikkeld, dus laten we het stap voor stap opbouwen:

너의 남자친구와 비슷하다 = lijkt op jouw vriendje
비슷하다 is een bijvoeglijk naamwoord – wat betekent dat het een zelfstandig naamwoord kan omschrijven:
비슷한 남자 = gelijksoortige man

너의 남자친구와 비슷한 남자 = Een man (die) op jouw vriendje lijkt
나는 ( — )를 만났어 = Ik ontmoette —

나는 (너의 남자친구와 비슷한 남자)를 만났어 = Ik ontmoette een man die lijkt op jouw vriendje

Dit is een erg ingewikkelde structuur, maar het is ook een introductie hoe je zelfstandig naamwoorden met gezegdes kunt omschrijven – en niet alleen met een bijvoeglijk naamwoord. In Les 26 zal je meer leren hoe je zelfstandige naamwoorden met andere dingen kunt omschrijven, zoals ook werkwoorden en ingewikkelde gezegdes.

De betekenis van “anders zijn” in het Nederlands is meer dan alleen een nuancering. Dit zie je ook terug bij “다르다”. Kijk maar naar de onderstaande zinnen, hoewel de betekenissen van “anders” op elkaar lijkt, zul je zien dat ze toch net iets anders zijn:

Ik ben anders dan hem
Ik zag een andere film

De eerste zin omschrijft iets dat niet hetzelfde is als iets anders.

De tweede zin geeft aan dat iets “een andere” is. Waar in dit geval de persoon nog niet de film heeft gezien die hij oorspronkelijk wel had gepland om te zien. In plaats daarvan zag hij “een andere” film.

다르다 kan in beide situaties gebruikt worden. Bijvoorbeeld:

저는 그와 달라요 = Ik ben anders dan hem
저는 다른 영화를 봤어요 = Ik zag een andere film

“또 다르다” vertaalt meestal naar “een andere”, terwijl “다르다” vertaalt naar “anders”. Hoewel, om in de bovenstaande zinnen “een andere” met “anders” te verplaatsen klinkt niet goed.

De functie van “또 다르다” is moeilijk om te uit te leggen. Het is makkelijk als je het als twee verschillende woorden ziet (en dat is het eigenlijk ook). Het is een combinatie van het bijvoeglijk naamwoord “다르다” en het bijwoord “또”, wat aangeeft dat iets opnieuw gebeurt.

“또 다르다” wordt gebruikt wanneer een specifiek iets al eerder is omschreven, en je hebt het nu een over een ander iets. Bijvoorbeeld, stel je voor dat je een vergadering met je collega’s hebt en jullie bespreken de potentiële problemen voor een opkomend project. Je collega’s vertellen de problemen die zijn voorspellen, en jij kunt zeggen:

또 다른 문제는 그것이 비싸요 = Een ander probleem is dat (dat ding) duur is

Respectievelijk, kun je de onderstaande zin ook zeggen. Hoewel de Nederlandse vertaling erop lijkt, moet je goed kijken naar het verschil als je “또” toevoegt:

저는 또 다른 영화를 봤어요 = Ik zag een ANDERE film

In deze zin wordt aangegeven dat de spreker misschien een film zag, en later opnieuw een andere film keek.

 

 

Woorden die hetzelfde zijn maar een andere betekenis hebben (Koreaanse Homoniemen)

Dit is misschien vanzelfsprekend als je een taal leert, maar ik wilde je toch informeren. In het Koreaans zijn er veel woorden die meer dan één betekenis hebben. Natuurlijk hebben wij deze ook in het Nederlands, maar meestal weet je automatisch met welke bedoeling het woord wordt gebruikt. Zoals je misschien al hebt gezien, staan Koreanse woorden met verschillende betekenissen apart van elkaar in de woordenlijsten (misschien niet specifiek deze les, maar normaal gesproken wordt dat altijd gedaan). Een voorbeeldwoord is “쓰다”:

쓰다 = schrijven
쓰다 = gebruiken
쓰다 = een hoed dragen

Uiteraard staan de bovenstaande woorden los van elkaar in de woordenlijsten. Maar, wanneer een woord heel veel betekenissen heeft, kan het grootste deel van die betekenissen samengevoegd worden onder de “paraplu uitdrukking”. Een voorbeeld hiervan is het woordje 들다, wat we eerder in deze les hadden besproken. 들다 heeft dus veel verschillende soorten betekenissen, maar de meeste kunnen worden samengevoegd in 3 of 4 groepen.

Hoe dan ook, onthoud altijd dat er veel Koreaanse woorden zijn met vele verschillende betekenissen:

나는 편지를 친구를 위해 쓸 거야 = Ik ga een brief voor mijn vriend schrijven
나는 그 기계를 썼어 = Ik gebruikte die machine
저의 아버지는 모자를 항상 써요 = Mijn vader draagt altijd een hoed

Een ander woord met meerdere, veelgebruikte betekenissen is 걸리다:

걸리다 = (in de staat van) hangen zijn
걸리다 = vallen/gevangen worden/vastgehouden worden
걸리다 = een bepaalde tijd kosten
걸리다 = een ziekte/verkoudheid krijgen

Er zijn nog meer gebruiksmogelijkheden voor dit woord, maar laten we nu op deze 4 focussen:

걸리다 = (in de staat van) hangen zijn
Net zoals we over lijdende werkwoorden in de vorige les hebt geleerd, kun je dit werkwoord gebruiken om aan te geven dat iets in de lijdende “staat” van hangen is.

그림은 벽에 걸려 있어요 = De foto hangt aan de muur

걸리다 = vallen/gevangen worden/vastgehouden worden
Dit is een werkwoord dat aangeeft dat iets valt/vast komt te zitten/vastgehouden wordt:

나는 줄에 걸렸어 = Ik viel over de draad/lijn

걸리다 = een bepaalde tijd kosten
Dit is een erg handig woord, maar in in een toekomstige les zullen wij hier op terug komen. Je kunt deze betekenis gebruiken om aan te geven hoe lang het duurt om van punt A naar punt B te komen:

서울부터 인천까지 2시간 걸려요 = Het duurt 2 uur om van Seoul naar Incheon te komen
우리 학교에서 식당까지 10분 걸려요 = Het duurt 1- minuten om van onze school naar het restaurant te komen

Maar let op! Hoewel deze woorden een andere betekenis hebben in het Nederlands, kunnen ze eigenlijk best op elkaar lijken. Wanneer een foto aan de muur ‘hangt’, is het technisch gezien ‘vast/gevangen’ aan de muur. En als je van Incheon naar Seoul gaat, is de tijd die het duurt (twee uur) ‘vast/gevangen’. Haha, nee? Nou, dit was wel mijn manier om deze woorden te begrijpen toen in Koreaans leerde.

Probeer op alternatieve manieren te denken zo nu en dan. Vaak wordt een Koreaans woord gebruikt om meerdere Nederlandse woorden uit te drukken. Deze woorden zijn niet eens zo heel verschillend, maar de vertaling laat dat alleen lijken. Kijk naar de onderstaande zinnen en kijk of je ze op deze manier kunt begrijpen:

De foto is gevangen aan de muur
Ik was gevangen over de lijn/draad
2 uren zijn gevangen om van Seoul naar Incheon te komen

Dit is uiteraard geen veelgebruikt Nederlands – maar je kunt waarschijnlijk wel begrijpen wat ze betekenen.

Dus, wat is mijn punt? Ik wilde je leren dat hoewel het lijkt dat een woord veel verschillende betekenissen heeft – het niet meteen betekent dat die betekenissen meteen erg van elkaar verschillen. Denk aan het woordje 들다, 들다 heeft vele betekenissen – en de meeste kunnen in groepen gezet worden van enkel 2 of 3 verschillende betekenissen. Onthoud dit goed!

 

 

Ziek zijn in Korea

Als mensen een nieuwe taal leren, is één van de eerste dingen die ze leren hoe ze moeten zeggen dat ze een dokter nodig hebben. Dit is iets dat ik niet in een andere les kon plaatsen, dus doe ik het maar hier:

Je hebt het woordje 아프다 al geleerd, wat betekent dat je of ziek bent OF spierpijn hebt op een bepaalde plek. Vanwege dit zeggen Koreaanse mensen als ze Engels proberen te spreken vaak “Mijn arm is ziek.”
Het is ook goed om te onthouden dat 아프다 een bijvoeglijk naamwoord is… en voor één of andere reden gebruik je altijd ‘이/가’ in plaats van 는/은 wanneer je over een plek van je lichaam praat:

배가 아파요 = Ik heb spierpijn in mijn buik (Mijn buik heeft spierpijn)
팔이 아파요 = Ik heb spierpijn in mijn arm (Mijn arm heeft spierpijn)
저는 어제 너무 아팠어요 = Gister was ik erg ziek

Je kunt ook het woordje 걸리다 gebruiken om aan te geven dat je een ziekte of aandoening hebt. Ik heb je een beetje geïnformeerd over 걸리다 in de vorige alinea, en 걸리다 heeft hier dezelfde betekenis als in alle andere voorbeelden die heb weer gegeven (Ik zit vast in een ziekte). Koreaanse mensen gebruiken dit op de volgende manier:

저는 감기에 걸렸어요 = Ik heb verkoudheid gevangen/Ik ben verkouden
저는 독감에 걸렸어요 = Ik heb griep gevangen/Ik heb griep
Hier wordt partikel “에” gebruikt omdat 걸리다 de nuancering heeft dat je vastzit IN iets

Let op! Hoewel je aangeeft dat je verkouden bent in de tegenwoordige tijd, geven Koreaanse mensen dit meestal in de verleden tijd aan als “걸렸다”.

기침 (een hoest) en 재채기 (een nies) zijn niet van Chinese oorsprong, maar je kunt wel 하다 achter ze zetten om de werkwoordsvorm te krijgen (hoesten en niezen). Bijvoorbeeld:

저의 아들은 시끄럽게 기침했어요 = Mijn zoon hoestte luidruchtig
(Een betere vertaling is misschien “Mijn zoon was luidruchtig aan het hoesten”. Maar Koreaanse mensen kunnen heel moeilijk simpele en progressieve zinnen in het Engels/Nederlands uit elkaar halen. Je zult in Les 18 over de progressieve vorm leren.)  

Wow, dat was een lange les. Ik bied mijn excuses aan dat ik deze lessen altijd zo lang maak. Ik had al deze stof makkelijk kunnen opsplitsen in 2, 3 of zelfs 4 lessen, maar ik heb ervoor gekozen om het op deze manier te doen. Toen ik voor het eerst Koreaans begon te leren, wilde ik zo snel mogelijk door alle stof gaan – en ik denk dat dat hier weer terugkomt als ik deze lessen schrijf.

Oke, ik snap het! Neem me mee naar de volgende les! Of,
Klik hier voor een werkboek voor deze les (Engels)