Woordenlijst
Maanden van het jaar:
1월 (일월) = januari
2월 (이월) = februari
3월 (삼월) = maart
4월 (사월) = april
5월 (오월) = mei
6월 (유월) = juni*
7월 (칠월) = juli
8월 (팔월) = augustus
9월 (구월) = september
10월 (시월) = oktober*
11월 (십일월) = november
12월 (십이월) = december
*juni (6월/유월) en oktober (10월/시월) zouden eigenlijk 육월 en 십월 moeten zijn, maar dat is moeilijk uit te spreken als dat zou geschreven staat. Hierdoor is de correcte manier van uitspreken 유월 en 시월 en NIET 육월 en 십월.
Zelfstandig naamwoorden:
기회 = kans
계획 = plannen
회사원 = kantoormedewerker
요리사 = een kok
운전사 = een bestuurder
Werkwoorden:
달리다 = rennen
요리하다 = koken
운전하다 = rijden
죽다 = dood gaan
Bijvoeglijk naamwoorden:
두렵다 = bang zijn
이상하다 = vreemd zijn
Bijwoorden en andere woorden:
동안 = for, during, while
달 = maand
개월 = maand
날 = dag
하루 = een dag
이틀 = twee dagen
사흘 = drie dagen
지난 주 = vorige week
지난 달 = vorige maand
이번 주 = deze week
이번 달 = deze maand
다음 주 = volgende week
다음 달 = volgende maand
작년 = vorig jaar
올해 = dit jaar
내년 = volgend jaar
평생 (동안) = in mijn hele leven
보통 = gewoonlijk
Als je hulp wilt met deze woorden onthouden, kan je onze Memrise tool gebruiken.
Introductie
In deze les, ga je leren hoe je verschillende soorten woorden die met tijd te maken hebben moet gebruiken. Door deze woorden te gebruiken, kan je zeggen ‘ik deed X voor 2 maanden’ of ‘ ik heb Y niet gedaan vorige week’. Je gaat ook leren of je pure koreaanse nummers of de sino koreaanse nummers moet gebruiken. Het gebruik van Sino-Koreaanse nummers en pure Koreaanse nummer lijkt misschien vaag, maar er zit een reden achter.
Als het woord dat de tijd aangeeft van Chinese afkomst is, worden Sino-Koreaanse nummers gebruikt. Bijvoorbeeld, “개월” is van Chinese afkomst en heeft Chinese tekens die erbij horen. “달” (wat ook ‘maand’ betekent) is een Koreaans woord, dus wordt daarbij pure Koreaanse nummers gebruikt. Veel Koreaanse woorden zijn van Chinese afkomst en kunnen ook geschreven worden met Chinese tekens (한자). Hierover leer je later meer.
Deze les is minder geordend dan de afgelopen lessen. Het was moeilijk om alles in deze les uit te leggen, omdat je alles moet weten om een ding te begrijpen. Om te begrijpen hoe je 주 gebruikt, moet je weten hoe je 동안 gebruikt. Het heeft allemaal met elkaar te maken. Ik heb het zo makkelijk mogelijk gemaakt. Als je na deze les andere dingen leert over grammaticale regels die met tijd te maken hebben, zal dat erg makkelijk zijn, omdat deze les je een goede basis zal geven.
‘Voor’ een bepaalde tijd (동안)
동안 is een erg handig woord, dat gebruikt wordt om een indicatie te geven van hoe lang een actie duurt. Het wordt gewoonlijk geplaatst na de tijdsaanduiding, bijvoorbeeld:
2분 = 2 minuten
2분 동안 = voor 2 minuten
10분 = 10 minuten
10분 동안 = voor 10 minuten
이틀 = twee dagen
이틀 동안 = voor twee dagen
동안 kan ook gebruikt worden om aan te geven dat een actie gebeurt ‘terwijl’ een andere actie plaats vindt. Deze grammaticale regel zal je leren in Lesson 33 nadat je de belangrijke grammaticale regels hebt geleerd in deze lessen.
Deze woorden kunnen toegevoegd worden aan zinnen om een indicatie te geven van hoe lang iemand iets doet. Let op, bij 동안 hoeft er geen partikel toegevoegt te worden. Je zou verwachten dat 에 toegevoegt moet worden, maar dat hoeft niet.
저는 10분 동안 걸었어요 = Ik liep (voor) 10 minuten
저는 30분 동안 공부했어요 = Ik studeerde (voor) 30 minuten
Hoewel de vertaling van “동안” meestal “voor” is, ben je in feite een periode van tijd aan het aangeven.
Als je dit begrijpt, zal dat je helpen om later andere manieren van het gebruiken van 동안 te begrijpen. Bijvoorbeeld:
저는 10분 동안 걸었어요 = Ik liep (voor een periode van) 10
저는 30분 동안 공부했어요 = Ik studeerde (voor een periode van) 30 minuten
저는 이틀 동안 안 잤어요 = Ik heb (voor een periode van) 2 dagen niet geslapen
Onthoud:
Het maakt niet uit of je het woord (één) of het nummer (1) schrijft als je nummers gebruikt. Maar, gewoonlijk wordt het woord geschreven als je een puur Koreaans woord gebruikt met een teller zoals 개, 명, 번, 시간, 대, 살, enz. In situaties waarin een Sino-Koreaans woord wordt gebruikt (zoals bijvoorbeeld in de zinnen hierboven), maakt het niet uit of je het woord of het nummer schrijft.
Onthoud ook dat de ruimtes tussen het woord of nummer en de teller anders is. Als je het woord schrijft, dan moet er een spatie zitten tussen het nummer en het woord. Bijvoorbeeld:
Als je het nummer opschrijft, maakt het niet uit of je er een spatie tussen zet of niet. Beide zijn acceptabel.
저는 10 분 동안 걸었어요Ik wil je meer voorbeelden laten zien van 동안, en ik verwacht dat je jezelf niet wilt limiteren tot alleen het gebruik van “분” (minuten), dus laten we door gaan met uren.
Koreaanse uren (시간)
Het gebruiken van minuten is makkelijk, omdat je altijd 분 kan gebruiken. Bijvoorbeeld:
3시 20분 betekent “3:20”, en
20분 동안 betekent “voor 20 minuten”
Echter, als je het over uren hebt wordt 시 gebruikt als je het over de uren op de klok hebt, maar 시반 wordt gebruikt als je uren telt. Zie hier het verschil tussen deze twee:
3시 = 3:00
세 시 = drie uur
3시간 동안 = voor 3 uren
세 시간 동안 = voor drie uren
Onthoud dat pure Koreaanse nummers gebruikt worden als je het hebt over uren. Ik schrijf gewoonlijk het Koreaanse woord uit als ik het heb over de hoeveelheid uren, zoals je hier ziet. Voorbeelden:
저는 세 시간 동안 잤어요 = Ik sliep (voor) drie uur
저는 한 시간 동안 달렸어요 = Ik rende (voor) een uur
저는 여덟 시간 동안 운전했어요 = Ik reed (voor) acht uur
저는 어제 한 시간 동안 야구를 했어요 = Ik speelde basketbal voor een uur gisteren
저는 어제 두 시간 동안 TV를 봤어요* = Ik keek gisteren tv (voor) twee uur
*Let op, 보다 (zien) wordt gebruikt als je iets aan het kijken bent. Je kan 보다 ook gebruiken als je een concert aan het kijken bent, of dingen die daar op lijken. In het Nederlands betekenen de zinnen ‘Ik zie een tv’ en ‘Ik kijk tv’ twee verschillende dingen, maar in het Koreaans is het gewoon ‘Ik zie tv’.
Je denkt nu vast ‘Oké, ik snap hoe ik moet zeggen dat ik iets voor X minuten of uren heb gedaan, maar hoe zit het met dingen als dit:
Ik zal eten over drie uur, of
Ik at drie uur geleden
Ik zal gaan over 10 minuten, of
Ik kwam 10 minuten geleden”
Hoe je deze zinnen kan maken, leer je in Lesson 24 wanneer je leert over 전 en 후. Voor nu is er genoeg grammatica in deze les, dus probeer je daar op te focussen.
Koreaanse secondes (초)
Als je het hebt over secondes, moet je Sino-Koreaanse nummers gebruiken. Als je een nummer zet voor ‘초’, maakt het niet uit of je het woord of het nummer opschrijft. Bijvoorbeeld:
1초 = 1 seconde
일 초 = een seconde
2초 = 2 secondes
이초 = twee secondes
2초 동안 = voor 2 secondes
이 초 동안 = voor twee secondes
Voorbeelden in zinnen:
저는 2초 동안 달렸어요 = Ik rende voor 2 seconden
저는 그 사람을 10초 동안 만났어요 = Ik ontmoette die persoon voor 10 secondes
1분은 60초입니다 = Één minuut is zestig secondes
Vorige/volgende (지난/다음)
지난 en 다음 zijn twee woorden die je in veel situaties kan gebruiken, zoals situaties die te maken hebben met tijd. In Lesson 10 heb je geleerd over 마지막, een woord dat gebruikt kan worden als je het hebt over het ‘laatste’ ding in een volgorde. Onthoud dat Koreaanse mensen een ander woord gebruiken als ze het hebben over het ‘vorige’ (of laatste) ding, als in: ‘Ik zag vorige week een film.’ Als je het wilt hebben over het ‘vorige’ ding, dan moet je het woord ‘지난’ gebruiken. Ik heb een tekening gemaakt waar in ik afbeeld hoe ik 마지막 en 지난 onderscheid. Stel je voor dat je 6 weken op vakantie bent en dat je momenteel in 4e week zit. Je kan ‘지난’ gebruiken om het over vorige week te hebben, en je kan 마자막 gebruiken als je het hebt over de laatste week. Het voorbeeld:
지난 kan voor sommige woorden gezet worden die met tijd te maken hebben (ik leg later uit waarom dit alleen bij ‘sommige’ is) om te verwijzen naar een ‘vorig’ ding. Bijvoorbeeld:
저는 지난 주에 영화를 봤어요 = Vorige week zag ik een film
저는 지난 주에 캐나다에 갔어요 = Ik ging vorige week naar Canada
저는 지난 수업을 안 들었어요 = Ik ben niet naar de vorige les gegaan
Om te zeggen dat je ‘naar een les gaat’, zeggen ze in het Koreaans ‘수업을 듣다,’ wat vertaald naar ‘luisteren naar een les’. Daarom wordt het partikel 을 toegevoegt aan 수업, want ‘de klas’ is hetgene waarnaar geluisterd wordt. Mensen die Koreaans leren zijn hierdoor vaak verward, omdat ze verwachten dat je 애 moet toevoegen, omdat wij zeggen ‘ik ben niet naar de laatste les gegaan’.
Deze zin klopt ook, maar het gaat dan om een andere klas dan hierboven bedoelt wordt: 저는 마지먹 수업을 안 듣었어오 = Ik ben niet naar de laatste les gegaan.
지난 kan alleen toegevoegt worden aan sommige woorden die met tijd te maken hebben. Je kan bijvoorbeeld niet zeggen ‘지난 분/지난 초’. Dit zou ‘vorige minuut/seconde’ betekenden, alsin ‘het vorige minuut dat net voorbij is’ – dat klinkt niet logisch. Je kan ook niet zeggen dat je het proefwerk in de laatste minuut hebt ingeleverd. Dit verwijst naar de laatste minuut in een volgorde van minuten, dus moet ‘마지먹’ gebruikt worden.
시간 echter, is naast de teller voor uren ook het woord voor ‘tijd’. Dus, ‘지난 시간’ kan gebruikt worden als je het hebt over ‘vorige keer’ (In het Nederlands zeggen we ‘vorige keer’ in plaats van ‘vorige tijd’, maar het is te vergelijken met ‘last time’ in het Engels, misschien verduidelijkt dat het.)
저는 그것을 지난 시간에 배웠어요 = Ik leerde dat (ding) vorige keer
Je kan ook het woord 번 gebruiken als je het hebt over de laatste ‘keer’ dat iets gebeurde.
저는 그것을 지난 번에 배웠어요 = Ik leerde dat (ding) vorige keer
우리가 지난 번에 계획이 없었어요 = Vorige keer hadden we geen plannen
우리는 지난 번에 돼지고기를 먹었어요 = Vorige keer aten we varkensvlees
다음 wordt op dezelfde manier als 지난 gebruikt, maar het betekent ‘volgende’.
저는 다음 주에 영화를 볼 거예요 = Ik zal volgende week een film kijken
저는 다음 주에 캐나다에 갈 거예요 = Ik zal volgende week naar Canada gaan
Zoals hierboven al genoemd is, kan 다음 gebruikt worden met 시간 als je het hebt over ‘volgende keer’, maar niet ‘volgend uur’
우리는 다음 번에 학교에 갈 거예요 = We zullen volgende keer naar school gaan
우리는 다음 시간에 학교에 갈 거예요 = We zullen volgende keer naar school gaan
나는 너를 다음 번에 방문할 거야 = Ik zal je volgende keer bezoeken
나는 너를 다음 시간에 방문할 거야 = Ik zal je volgende keer bezoeken
Koreaanse dagen (일/날/하루)
Dagen zijn erg verwarrend in het Koreaans, omdat je een paar verschillende woorden moet kennen. Je hebt de names van de dagen van de week geleerd met de woordenlijst van een andere les. Je zal vast gezien dat elke dag van de week eindigt met 일. 일 betekent ‘dag’, maar wordt nooit als alleenstaand woord gebruikt (als alleenstaand woord betekent het ‘werk’). Ik zit te kijken naar mijn Koreaanse kalender en ik zie dat veel woorden eindigen met ‘일’. Je hoeft deze woorden nog niet te kennen, maar ik wil even laten zien hoe vaak 일 voorkomt:
총선 = algemene verkiezing
총선일 = dag van de algemene verkiezing
현충일 = herdenkingsdag
일 is ook de teller voor dagen. Je hebt in Les 10 geleerd dat je pure Koreaanse nummers moet gebruiken als je aan het tellen bent. Maar als je dagen aan het tellen bent, moet je Sino-Koreaanse nummers gebruiken. Als je een nummer voor 일 zet, maakt het niet uit of je het geschreven woord of het nummer gebruikt.
나는 3일 동안 공부했어 = Ik studeerde voor 3 dagen
나는 삼 일 동안 공부했어 = Ik studeerde voor 3 dagen
나는 3일 동안 학교에 안 갔어 = Ik ging (voor) 3 dagen niet naar school
나는 삼 일 동안 학교에 안 갔어 = Ik ging (voor) 3 dagen niet naar school
저는 5일 동안 계획이 없을 거예요 = Ik heb geen plannen voor 5 dagen
우리는 6일 동안 만나지 않았어요 = We hebben elkaar (voor) 6 dagen niet ontmoet
Om het nog moeilijker te maken, als je de dagen telt van 1 – 10 is er een woord dat hetzelfde betekent als “een dag”, een ander woord betekent weer hetzelfde als “twee dagen”, en nog een ander woord betekent hetzelfde als “drie dagen”, enz… Het woord dat het meeste voorkomt uit dit rijtje is 하루, wat “een dag” betekent. 하루 wordt veel meer gebruikt dan 일 일. Maar 2일 (이 일)/3일 (삼일)/4일 (사 일)/5일 (오일) enz worden wel vaker gebruikt dan het corresponderende woord.
저는 하루 동안 여행했어요 = Ik reisde voor 1 dag
저는 사흘 동안 밥을 안 먹었어요 = Ik at (voor) 3 dagen geen rijst
저는 삼일 동안 밥을 안 먹었어요 = Ik at (voor) 3 dagen geen rijst
우리는 이틀 동안 미국에 있었어요 = We waren voor twee dagen in Amerika
우리는 10일 동안 한국에 있을 거예요 = We zullen voor 10 dagen in Korea zijn
Je kan ook een Sino-Koreaans nummer voor 일 zetten om te verwijzen naar een specifieke dag in een maand. Het lijkt alsof het erg verwarrend is om te weten wanneer iemand het heeft over een dag in de maand (3일) of als je iets doet voor een specifieke tijdsperiode (3일), maar in zinnen is het erg makkelijk om te zien wat er bedoelt wordt:
나는 3일에 수업을 들었어 = Ik ging naar de les op de 3e (dag van de maand)
나는 3일 동안 수업을 들었어 = Ik ging naar de les voor 3 dagen
Je kan verwijzen naar een specifieke dag en maand door #일 toe te voegen na #월:
3월 2일 = 2 maart (maart 2)
5월 25일 = 25 mei (mei 25)
저는 8월 15일에 도착할 거예요 = Ik zal 15 augustus arriveren
저는 이 여권을 1월 2일에 받았어요 = Ik ontving mijn passpoort op 2 januari
날 is een ander woord voor “dag” en kan gebruikt worden als een alleenstaand woord, maar niet als je aan het tellen bent. Het wordt gebruikt als je het hebt over een specifieke dag. Bijvoorbeeld:
저는 그 날에 갔어요 = Ik ging op die dag
저는 그 날에 계획이 있어요 = Ik heb plannen op die dag
저는 그 날에 선생님이 되었어요 = Ik werd een leraar op die dag
우리는 그 날에 시작할 거예요 = We zullen beginnen op die dag
Als je het wilt hebben over iets doen op de eerste/tweede/derde dag,kan je 번째 gebruiken (wat je hebt geleerd in de vorige les) met 날. Bijvoorbeeld:
우리는 두 번째 날에 서울에 갔어요 = We gingen naar Seoul op de tweede dag
우리는 둘째 날에 서울에 갔어요 = We gingen naar Seoul op de tweede dag
우리는 세 번째 날에 안 만났어요 = We hebben (elkaar) niet ontmoet op de derde dag
우리는 셋째 날에 안 만났어요 = We hebben (elkaar) niet ontmoet op de derde dag
저는 네 번째 날에 계획이 없어요 = Ik heb geen plannen op de vierde dag
저는 넷째 날에 계획이 없어요 = Ik heb geen plannen op de vierde dag
첫날 is een woord dat specifiek verwijst naar de eerste dag:
저는 첫날에 명동에 갔어요 = Ik ging naar 명동 op de eerste dag
저는 첫날에 그 여자를 만났어요 = Ik ontmoette dat meisje op de eerste dag
Koreaanse weken (주)
Weken kunnen in het Koreaans precies gebruikt worden als 일 (dag), behalve dat er geen andere woorden zijn waar je je druk om hoeft te maken;. Je gebruikt Sino-Koreaanse nummers wanneer je het hebt over weken
저는 다음 주에 미국에 갈 거예요 = Ik zal volgende week naar Amerika gaan
지난 주에 저는 계획이 많았어요 = Ik had vorige week veel plannen
Het woord “주” kan ook gebruikt worden als een teller om weken te tellen. Met weken tellen gebruik je net als bij dagen Sino-Koreaanse nummers. Als je een nummer voor “주” zet, maar het niet uit of je het geschreven woord of nummer schrijft. Bijvoorbeeld:
저는 2주 동안 한식을 안 먹었어요 = Ik at voor twee weken geen Koreaans eten
저는 4주 동안 여자친구를 안 만났어요 = Ik heb mijn vriendin niet ontmoet voor 4 weken
저는 이 주 동안 한식을 안 먹었어요 = Ik at voor twee weken geen Koreaans eten
저는 사 주 동안 여자친구를 안 만났어요 = Ik heb mijn vriendin niet ontmoet voor 4 weken
Het woord “주일” kan ook gebruikt worden als een teller voor weken. Dit is acceptabel, maar het klinkt natuurlijker als je “주” gebruikt. Bijvoorbeeld:
저는 2주일 동안 한식을 안 먹었어요 = Ik at voor twee weken geen Koreaans eten
저는 4주일 동안 여자친구를 안 만났어요 = Ik heb mijn vriendin niet ontmoet voor 4 weken
Koreaanse maanden (달/개월)
Alle namen van de maanden verwijzen naar het nummer van de maand op de kalender. Bijvoorbeeld:
januari = 1월
februari = 2월
december = 12월
Als je maanden aan het tellen bent, kan je zowel 달 als 개월 gebruiken. Als je 달 gebruikt, moet je pure Koreaanse nummers gebruiken, en als je 개월 gebruikt, dan moet je Sino-Koreaanse nummers gebruiken. Er is geen verschil in betekenis en beide worden vaak gebruikt. Als je een nummer voor 달 zet, kan je het beste het Koreaanse woord uitschrijven. Als je een nummer voor 개월 zet, maakt het niet uit of je het woord of nummer opschrijft.
저는 두 달 동안 한국어 수업을 들었어요 = Ik nam Koreaanse les voor 2 maanden
저는 2개월 동안 한국어 수업을 들었어요 = Ik nam Koreaanse les voor 2 maanden
저는 이 개월 동안 한국어 수업을 들었어요 = Ik nam Koreaanse les voor 2 maanden
Mijn Koreaanse grammatica docent vertelde me jaren geleden dat ‘동안’ al is opgenomen in het woord 달, wat betekent dat je eigenlijk geen 동안 hoeft te zeggen na 달. Toch zeggen de meeste mensen nog steeds 동안 na 달.
Koreaanse jaren (년)
Jaren worden precies hetzelfde gebruikt als weken, wat betekent dat je Sino-Koreaanse nummers moet gebruiken. Als je een nummer voor “년” zet, maakt het niet uit of je het woord of nummer opschrijft:
저는 3년 동안 형을 안 만났어요 = Ik heb mijn broer (voor) 3 jaar niet ontmoet
저는 10년 동안 한국어를 공부했어요 = Ik studeerde vooor 10 jaar in Korea
저는 삼 년 동안 형을 안 만났어요 = Ik heb mijn broer (voor) drie jaar niet ontmoet
저는 십 년 동안 한국어를 공부했어요 = Ik studeerde vooor 10 jaar in Korea
Echter, als je “volgend jaar/vorig jaar” wilt zeggen in het Koreaans, kan je niet “지난/다음 년” gebruiken. In plaats daarvan moet je speciale woorden gebruiken:
작년 = vorig jaar
내년 = volgend jaar, bijvoorbeeld:
나는 내년에 한국에 갈 거야 = Ik zal volgend jaar naar Korea gaan
그 사람은 작년에 죽었어요 = Die persoon is vorig jaar overleden
Deze week/Deze maand/Deze tijd (이번)
Als laatste, je kan 이번 net zoals 지난/다음 gebruiken als je het hebt over weken of maanden om te verwijzen naar “deze week/deze maand”. Je kan niet “이번 년” zeggen, in plaats daarvan moet je het woord “올해” gebruiken.
저는 이번 주에 계획이 없어요 = Ik heb geen plannen deze week
저의 어머니는 올해 한국에 올 것입니다 = Mijn moeder zal naar Korea komen dit jaar
Let op: het komt vaak voor dat “에” niet toegevoegd wordt aan “올해”. Je kan ook zien aan de zinnen hierboven dat dit niet het gevalen is met 작년 en 내년.
Je kan 이번 niet gebruiken als je het hebt over minuten/seconden/uren. “Ik wil dit uur naar school” klinkt niet echt natuurlijk. Maar onthoud, 시간 betekent niet alleen ‘uur’, maar ook ‘tijd (keer)’, wat vaak bedoelt wordt als het gaat over “deze keer in de les”. Bijvoorbeeld:
우리는 이번 시간에 많이 배웠어 = We hebben veel geleerd deze keer
In veel gevallen klinkt het beter als je “이번에” gebruikt in plaats van “이번 시간”.
나는 너를 이번에 안 만날 거야 = Ik ga je niet ontmoeten deze keer
번 kan ook toegevoegd worden aan 지난/다음 om te verwijzen naar “vorige/volgende keer”
저는 박물관에 다음 번에 갈 거예요 = Ik zal volgende keer naar het museum gaan
저는 박물관에 지난 번에 갔어요 = Ik ging vorige keer naar het museum
“Per”
Als je het hebt over elk van deze periodes van tijd, kan je het partikel ~에 toevoegen om aan te geven hoeveel iets was gedaan in in die tijdsperiode. Dit kan je vertalen naar “per” in het Nederlands. Bijvoorbeeld:
저는 이 약을 하루에 두 번 먹어요 = Ik eet (neem) dit medicijn twee keer per dag
저는 그 친구를 1주일에 한 번 만나요 = Ik ontmoet die vriend een keer per wee
저는 여기에 한 달에 세 번 와요 =Ik kom hier drie keer per maand
저는 1년에 두 번 미국에 가요 = Ik ga twee keer per jaar naar Amerika
Bijna al de voorbeelden in deze les gebruikten 동안. Er zijn andere manieren waarop je zinnen kan maken zonder 동안 (bijvoorbeeld: “Ik ga naar Canada over 3 dagen). Maar deze les is nu al erg lang, en ik wil je niet met meer grammatica overladen dan ik al heb gedaan. Ik denk dat de grammatica in deze les al genoeg is om je te verwarren, dus ik zal het hierbij houden.
In latere lessen zal je leren hoe je deze concepten kan gebruiken in moeilijkere zinnen.