Woordenlijst
De woordenlijst is onderverdeeld in zelfstandig naamwoorden, werkwoorden, bijvoeglijk naamwoorden en bijwoorden om het overzichtelijk te maken.
Zelfstandige naamwoorden:
기계 = machine
대학교 = hogeschool, universiteit
트럭 = truck
검은색 = (de kleur) zwart
흰색 = (de kleur) wit
음료수 = drankje
외국 = buitenland
외국인 = buitenlander
고등학교 = middelbare school
도서관 = bibliotheek
Werkwoorden:
놀다 = spelen
쓰다 = gebruiken
쓰다 = schrijven
실수하다 = een fout maken
수리하다 = repareren
잡다 = vangen, vastpakken, grijpen
읽다 = lezen
내다 = betalen
받다 = krijgen, ontvangen
도착하다 = arriveren
여행하다 = reizen
Bijvoeglijk naamwoorden:
완벽하다 = perfect zijn
아프다 = ziek zijn
똑똑하다 = slim zijn
중요하다 = belangrijk zijn
젊다 = jong zijn
늙다 = oud zijn
나쁘다 = slecht zijn
Bijwoorden:
바로 = onmiddelijk/gelijk
즉시 = onmiddelijk/gelijk
빨리 = snel
자주 = vaak
가끔 = soms
많이 = veel
방금 = een moment geleden
곳 = plaats
동시에 = zelfde tijd
밤 = nacht
어젯밤 = afgelopen nacht
갑자기 = opeens
매년 = elk jaar
다시 = weer, alweer
혼자 = alleen
낮 = overdag
동 = het oosten
남 = het zuiden
서 = het westen
북 = het noorden
Koreaanse bijwoorden
Tot dit punt heb je geleerd over Koreaanse werkwoorden en bijvoeglijk naamwoorden, maar je moet nog leren over Koreaanse bijwoorden. Als eerste, wat is een bijwoord? Bijwoorden zijn woorden in zinnen die je vertellen, wanneer, waar, of in welke mate iets gedaan wordt.
Wanneer: Ik ging naar het werk op dinsdag
Waar: Ik ben in het huis
In welke mate: Ik opende de deur snel
In deze les zal je leren hoe je bijwoorden gebruikt in Koreaanse zinnen. Laten we beginnen!
Wanneer en waar
Elke keer als je een woord in een zin zet dat aangeeft wanneer of waar iets gebeurt, moet je het partikel 에 toevoegen aan het einde van dat woord. Onthoud dat 에 niet het enige partikel is dat toegevoegt kan worden aan het einde van woorden die een tijd of plaats aangeven. Er zijn andere partikelen die aan het einde van deze woorden geplaatst kunnen worden om aan te geven vanaf waar/wanneer iets gebeurde, tot wanneer/waar iets gebeurde , enz. Laten we het nu alleen hebben over 에.
Dit is erg belangrijk. Ookal zijn alle plaatsen (park, huis, ziekenhuis, school, kantoor, keuken, enz) zlefstandge naamwoorden, al worden ze gebruikt om een plaats aan te geven, moet 에toegevoegd worden. Zie het verschil tussen deze twee zinnen:
저는 병원을 지었어요 = Ik bouwde een ziekenhuis
저는 병원에 갔어요 = ik ging naar het/een ziekenhuis
In de eerste zin is ‘ziekenhuis’ een ding wat je aan het bouwen bent – dus is het een zelfstandig naamwoord, waarbij je het partikel 을/를 moet gebruiken.
In de tweede zin is het ziekenhuis de plaats waar je heen ging – dus is het een plaats, waarbij je het partikel 에 moet gebruiken.
Echter, als je wilt zeggen waar je het ziekenhuis hebt gebouwd, kan je dit zeggen:
저는 병원을 공원 옆에 지었어요 = Ik bouwde een ziekenhuis naast het park
Een toevoeging hier aan, is dat elk woord dat aangeeft wanneer iets gebeurd ook het Koreaanse partikel 에 er aan vast moet hebben. Bijvoorbeeld:
저는 화요일에 가겠어요 = Ik zal gaan op dinsdag
저는 저녁에 공부했어요 = Ik studeerde in de avond
저는 가을에 공원 옆에 병원을 지었어요 = Ik bouwde een ziekenhuis naast het park in de herfst
Het beste aan Koreaanse bijwoorden is dat ze overal in een zin geplaatst kunnen worden. De enige plek waar ze niet geplaatst kunnen worden is aan het einde van de zin – want een zin moet altijd eindigen met een werkwoord of een bijvoeglijk naamwoord. Ze kunnen zelfs aan het begin van een zin geplaatst worden:
여름에 저는 공부하겠어요 = Ik zal studeren in de zomer
Korean people don’t add ~에 when using 오늘 (today), 내일 (tomorrow) and 어제 (yesterday):
저는 한국에 오늘 도착했어요 = Ik arriveerde vandaag in Korea
저는 도서관에 어제 갔어요 = Ik ging gisteren naar de bibliotheek
저는 내일 한국어를 공부하겠어요 = Ik zal morgen Koreaans studeren
In welke mate/Hoe veel
Als aanvulling op ‘wanneer’ en ‘waar’ bijwoorden, zijn er veel bijwoorden die ons vertellen in welke mate iets gedaan wordt. In het Engels eindigen deze woorden meestal met ‘ly’:
I ran really quickly
I ate fast
I left immediately
I often meet my friend on Thursday
I eat too much sometimes
Wanneer je dit type bijwoorden in zinnen plaatst, hoeft er geen partikel toegevoegt te worden. Terwijl je andere bijwoorden overal in de zin kan plaatsen, moet je dit de bijwoorden die aangeven in welke mate iets gedaan wordt gelijk voor het werkwoord plaatsen. Bijvoorbeeld:
저는 저의 친구를 자주 만나요 = Ik ontmoet mijn vriend vaak
저는 밥을 많이 먹었어요 = Ik at veel eten (rijst))
저는 집에 바로 갔어요 = Ik ging gelijk naar huis
저는 숙제를 빨리 했어요 = I did my homework quickly
Ook zijn veel van deze woorden gewoon omgezet van hun bijvoegelijke vorm naar een bijwoord. Dit wordt in het engels ook gedaan, bijvoorbeeld:
Quick -> Quickly
Easy -> Easily
Quiet -> Quietly
Veel Koreaanse bijwoorden worden gevormd door “게” aan de stam toe te voegen:
Adjective | Adverb |
쉽다 = makkelijk zijn | 쉽게 = makkelijk |
비슷하다 = vergelijkbaar zijn | 비슷하게 = vergelijkbaar |
다르다 = anders zijn | 다르게 = anders |
Bijwoorden die eindigen in 하다 worden soms veranderd in bijwoorden door 하다 te veranderen naar 히. Bij de meeste bijwoorden kan je zowel 게 als 히 toevoegen, zonder dat er een verschil in mening is. Het enige wat ik kan aanraden is dat je gaat luisteren welke gebruikt wordt in welke situatie, want zelfs Koreaanse mensen weten het antwoord niet op de vraag “wat is het verschil tussen조용하게 en 조용히”:
Adjective | Adverb |
조용하다 = stil zijn | 조용하게/조용히 = stil |
안전하다 = veilig zijn | 안전하게/안전히 = veilig |
Als laatste, sommige bijvoeglijke naamwoorden worden op een andere manier omgezet naar bijwoorden. Als dit gebeurt, lijken ze vaak erg op hun originele bijvoeglijke vorm.
Adjective | Adverb |
많다 = er veel van zijn | 많이 = veel |
빠르다 = snel zijn | 빨리 = snel |
*많다/많이 hebben dezelfde betekenis naast het feit dat de een een bijvoeglijk naamwoord is en de ander een bijwoord. Meestal is het verschil tussen een bijvoeglijk naamwoord en een bijwoord erg duidelijk, maar met 많이/많다 lijkt de betekenis op elkaar.
저는 많은 밥을 먹었어요 = Ik at veel rijst
저는 밥을 많이 먹었어요 = Ik at veel rijst
Nu je dat ALLEMAAL weet, is het gebruiken van bijvoeglijk naamwoorden en bijworden heel makkelijk!:
저는 조용하게 먹었어요 = Ik at stil
저는 거리를 안전하게 건넜어요 = Ik stak de straat veilig over
저는 행복하게 살았어요 = Ik leefde gelukkig
Je kan natuurlijk meer dan een bijwoord gebruiken in een zin. Kijk eens naar de zin die ik eerder liet zien:
저는 매우 빨리 달렸어요 = Ik rende heel snel
저는 빨리 먹었어요 = Ik at snel
저는 바로 떠났어요 = Ik verliet onmiddelijk (Ik ging onmiddelijk weg)
저는 저의 친구를 목요일에 자주 만나요 = Ik ontmoet mijn vriend vaak op donderdag
저는 가끔 너무 많이 먹어요 = Soms eet ik te veel
Hoewel je dat kan doen, twee bijwoorden in een zin zetten die aangeven ‘in welke mate’ iets gedaan wordt, wordt niet vaak gedaan in het Koreaans. Dit klinkt bijvoorbeeld raar:
저는 거리를 쉽게 빨리 건넜어요 = Ik stak makkelijk snel de straat over (dit klinkt ook raar in het Nederlands!)
.
Negatieve zinnen
Er zijn twee manieren waarop je een zin negatief kan maken:
1. Door 안 toe te voegen, wat gebruikt wordt als een bijwoord in een zin. 안 wordt normaal gelijk voor het laatste werkwoord of bijvoeglijk naamwoord geplaatst. Bijvoorbeeld:
그 여자는 안 예뻐요 = Dat meisje is niet mooi
저는 생선을 안 좋아해요 = Ik hou niet van vis
저는 내일 학교에 안 가겠어요 = Ik ga morgen niet naar school
2. Door ~지 아노다 toe te voegen aan de stam van het laatste werkwoord of bijvoeglijk naamwoord. 않다 wordt dan het werkwoord of bijvoeglijk naamwoord in die zin en moet dan ook op die manier vervoegd worden. Bijvoorbeeld:
그 여자는 예쁘지 않아요 = Dat meisje is niet mooi
저는 생선을 좋아하지 않아요 = Ik hou niet van vis
저는 내일 학교에 가지 않겠어요 = Ik ga morgen niet naar school
Het betekend allebei hetzelfde. De keuze is aan de spreker welke gebruikt wordt. Er zijn momenten dat het natuurlijk klinkt als je “안” gebruikt en soms klinkt het natuurlijk als je “~지 않다” gebruikt. Op dit moment kan je ze als hetzelfde beschouwen. Door je studies heen zal je constant 안 en ~지 않다 gebruikt zien worden, en daardoor zal je langzaamaan een voorkeur krijgen voor welke je in welke situatie gebruikt.
Ik wil graag mijn waarnemingen delen die ik heb opgedaan tijdens mijn ervaring met de Koreaanse taal. Ik denk dat dit hulpzaam kan zijn voor studenten, omdat zij het moeilijk vinden om te begrijpen wanneer sommige grammaticale regels beter zijn dan anderen. Er zijn een paar dingen waar ik het over wilt hebben die te maken hebben met negatieve zinnen.
Zoals je weet, de meeste werkwoorden die eindigen met ~하다 kunnen veranderd worden in een zelfstandig naamwoord door 하다 weg te halen. Bijvoorbeeld:
공부하다 = studeren
공부 = studie
실수하다 = een fout maken
실수 = een fout
여행하다 = reizen
여행 = een reis
Wanneer je aangeeft dat iemand/iets ‘iets niet doet’ met een 하다 werkwoord, is het gebruikelijk om ~하다 te scheiden van het zelfstandig naamwoord en “안” er tussen te zetten. Bijvoorbeeld:
저는 공부를 안 했어요 = Ik studeerde niet (Ik heb niet gestudeerd)
In plaats van:
저는 안 공부했어요
저는 실수를 안 했어요 = Ik maakte geen fout
In plaats van:
저는 안 실수했어요
저는 여행을 안 했어요 = Ik reisde niet (Ik heb niet gereisd)
In plaats van:
저는 안 여행했어요
Het zou ook geschikt zijn om ~지 않다 te gebruiken met deze woorden. Maar in deze gevallen maakt het niet uit of het zelfstandig naamwoord gescheiden is van ~하다 of niet. Bijvoorbeeld:
저는 공부하지 않았어요 = Ik studeerde niet (Ik heb niet gestudeerd)
저는 공부를 하지 않았어요 = Ik studeerde niet (Ik heb niet gestudeerd)
저는 실수하지 않았어요 = Ik maakte geen fout
저는 실수를 하지 않았어요 = Ik maakte geen fout
저는 여행하지 않았어요 = Ik reisde niet (ik heb niet gereisd)
저는 여행을 하지 않았어요 = Ik reisde niet (ik heb niet gereisd)
Veel bijvoeglijk naamwoorden eindigen met ~하다. Het is onnatuurlijk om ~하다 weg te halen bij deze woorden en 안 er tussen te zetten. Je kan een bijvoeglijk naamwoord niet scheiden en ~하다 als zelfstandig naamwoord gebruiken, omdat het een bijvoeglijk naamwoord is. Dit is bijvoorbeeld onjuist:
저는 행복을 안 해요 (Dit betekend niet “Ik ben niet gelukkig”)
Maar je kan wel ~지 않다 gebruiken bij een ~하다 bijvoeglijk naamwoord, of “안” plaatsen voor het zelfstandig naamwoord zonder het te scheiden. Bijvoorbeeld:
저는 안 행복해요 = Ik ben niet gelukkig
저는 행복하지 않아요 = Ik ben niet gelukkig
Mensen vragen mij wel eens hoe de woord volgorde is van zinnen waar in een bijwoord gebruikt wordt en het negatieve bijwoord “안”. Een student vroeg me of dit klopte:
저는 빨리 안 공부했어요
Dit wordt misschien wel begrepen, maar deze zin klinkt erg raar in het Koreaans. De reden hiervoor is waarschijnlijk dat er twee bijwoorden gebruikt worden. In deze zin, zijn zowel “빨리” en “안” bijwoorden die aangeven in welke mate het studeren gedaan werd. Zoals ik eerder al zei, dit wordt gewoonlijk niet gedaan in het Koreaans. In plaats daarvan, als je die zin wilt zeggen, moet je ~지 않다 gebruiken. Door dit te doen heb je een bijwoord minder en blijft dit over:
저는 빨리 공부하지 않았어요 = Ik studeerde niet snel
Nog steeds klinkt deze zin een beetje raar in het Koreaans – want wanneer zou je ooi zeggen dat je niet snel studeerde? In de meeste gevallen zou het natuurlijk zijn al gebruik je een bijwoord dat de tegenovergestelde mening heeft. Bijvoorbeeld, deze zin:
저는 밥을 빨리 먹지 않았어요 = Ik at rijst niet snel
Klinkt natuurlijker als je het zo zegt:
저는 밥을 천천히 먹었어요= Ik at rijst langzaam
Niet zijn: 아니다
아니다 (niet zijn) is het tegenovergestelde van het woord 이다 (zijn), maar ze worden anders gebruikt. Onthoud dat 이다 altijd vast zit aan een zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld:
나는 선생님이다 = Ik ben een docent/leraar
나는 대학생이다 = Ik ben een universiteits student (student van de universiteit)
Maar, als je 아니다 gebruikt, wordt het partikel ~이/가 toegevoegd aan het zelfstandig naamwoord en 아니다 wordt gebruikt als een los woord:
나는 선생님이 아니다 = Ik ben geen docent/leraar
나는 대학생이 아니다 = Ik ben geen universiteits student (student van de universiteit)
Hieronder zijn wat voorbeelden, met mogelijke vervoegingen van 아니다. Je hebt geleerd hoe je zelfstandige naamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden moet vervoegen, maar nog niet hoe je 이다 en 아니다 moet vervoegen. Je gaat dit leren in de volgende les.
나는 선생님이 아니다 = Ik ben geen docent/leraar
(저는 선생님이 아니에요)
나는 너의 친구가 아니다 = Ik ben niet jouw vriend
(나는 너의 친구가 아니야)
나는 대학생이 아니다 = Ik ben geen universiteits student (student van de universiteit)
(저는 대학생이 아니에요)
Niet hebben: 없다
Net zoals 아니다 het tegenovergestelde is van 이다, is 없다 het tegenovergeslte van 있다. In les 5 heb je een paar manieren geleerd om 있다 te gebruiken. 없다 kan aangeven dat iemand iets ‘niet heeft’ of dat iets ‘niet op een bepaalde locatie is’. Bijvoorbeeld:
Niet hebben:
저는 돈이 없어요 = Ik heb geen geld
저는 시간이 없어요 = Ik heb geen tijd
우리는 차가 없어요 = Wij hebben geen auto
Niet op een locatie zijn:
저의 친구는 지금 한국에 없어요 = Mijn vriend is nu niet in Korea
사람이 없었어요 = Er waren geen mensen
Niet leuk vinden/niet houden van: 싫어하다 en 싫다
Nu we het hebben over negatieve woorden, wil ik het snel hebben over 싫어하다. “싫어하다” is een zelfstandig naamwoord dat gebruikt wordt om te zeggen dat iemand/iets iets niet leuk vindt of ergens niet van houdt. 싫어하다 is het tegenovergestelde van 좋아하다 (leuk vinden). Bijvoorbeeld:
저는 과일을 싫어해요 = ik hou niet van fruit
저는 과일을 좋아해요 = Ik hou van fruit
In les 3 heb je geleerd dat 좋다 en 종아하다 verschillend zijn. Ik heb uitgelegt dat 좋다 een bijvoegelijk naamwoord is (goed zijn) en dus niet kan handelen met een object. Bijvoorbeeld:
그 선생님은 좋다 = Die docent is goed
이 학교는 좋다 = Deze school is goed
De bijvoeglijke vorm van 싫어하다 is 싫다. Maar, dit is het tegenovergestelde van wat je waarschijnlijk verwacht, 싫다 wordt niet gebruikt om te zeggen dat iets ‘niet goed is’. Om aan te geven dat iets ‘niet goed’ is (oftewel ‘slecht), wordt het bijvoeglijk naamwoord 나쁘다 gewoonlijk gebruikt. 싫다 wordt vaak gebruikt dat iemand ergens niet van houdt (net zoals 싫어하다). Bijvoorbeeld:
저는 과일이 싫어요 = Ik hou niet van fruit
Hier wordt 싫다 gebruikt als een bijvoeglijk naamwoord en kan niet handelen met een object, dus de partikelen ~이/가 worden toegevoegt aan het zelfstandig naamwoord. Dit type zin is nog een beetje te moeilijk op dit moment, dus ik wil er niet te veel over vertellen. Ik vertel hier meer over in les 15.
Wees voorzichtig dat je geen dubbele negatieve zinnen maakt. Hoewel dit grammaticaal correct is, klinkt het een beetje raar.
저는 과일을 싫어하지 않아요 = Ik houd niet niet van fruit
Notice that because 싫다 is an adjective, it cannot act on an object, so the particles ~이/가 are attached to the noun. This type of sentence is a little bit too complex right now, so I don’t want to dig too deep into it. I discuss this more deeply in Lesson 15.
Be careful to not make double negative sentences. Although technically grammatically correct, this one reads funny:
저는 과일을 싫어하지 않아요 = I don’t dislike fruit
Dat was het voor deze les! Ik denk niet dat dit heel moeilijk was. Ik heb het makkelijk gehouden voor je!